Of je nu op je slippers of in je ochtendjas kwam vragen of je even kon telefoneren maakte niet uit. De buren kenden elkaar goed en keken naar elkaar om.
Ze was wat je noemt een nuchtere Achterhoekse. Een vrouw van doe maar gewoon, dan ... precies, zo’n vrouw. Je kon altijd van haar op aan. Weinig woorden en veel daden.
Het was een mooie winterse middag. Fonkelende zonnestralen speelden een uitbundig spel van donker en licht tussen de laatste fel verkleurde herfstbladeren van de bomen op de begraafplaats.
Passie. Intense gedrevenheid. Liefde. Onophoudelijke werklust. Toewijding. Aandacht voor zijn buren. Dag en nacht klaar staan. Om negen uur naar bed. Om vijf uur weer op.
Alles was tot in de puntjes voorbereid en getest. Toch ging er van alles mis op de dag van de uitvaart. Het begon al bij de lift in het verzorgingstehuis.
Dat het gebeurt bij een relletje in een stad, bij een ongeluk op de snelweg of tijdens een grote, openbare happening, daar zijn we inmiddels, terecht of onterecht, aan gewend geraakt.